Verlies en rouw horen bij het leven. Iedereen krijgt er, jong en oud, mee te maken. Verlies en rouw zijn brede begrippen die in veel vormen voorkomen. Denk aan het verlies van iemand van wie je houdt. Maar verlies van werk, je collega’s na een reorganisatie, je gezondheid of van een relatie geven ook gevoel van rouw. Net als bij een overlijden. Ze hebben één overeenkomst: het is belangrijk om verlies, en dus verdriet en rouw, te erkennen. Want alleen dan kun je verder. En hiermee voorkom je dat een verlies, bijvoorbeeld een overlijden, leidt tot een volgend verlies, je baan. We leggen je uit hoe.
Overlijden en rouw: blijf erover praten
Iemand van wie jij houdt overlijdt. Dan krijg je in de meeste gevallen rouwverlof van je werkgever. Dat gaat alleen om de eerste dagen na een overlijden. Maar het gevoel van verlies en rouw is na die dagen niet weg. Vaak begint het dan pas. Ook is het zo dat rouw in stappen komt. En bij ieder mens is het verloop anders. Hier kun je je niet op voorbereiden; vaak overvalt het je. Zeker als je juist het gevoel had weer op de goede weg te zijn. Het is goed om te blijven praten. Met familie en vrienden, maar zeker ook op je werkplek. Met collega’s. Met je baas. Rouwen kun je niet alleen dus het is fijn om het te delen met anderen.
Rouw komt in golven en kan je heen en weer laten slingeren tussen verleden (het moment van verlies) en de toekomst (vooruitkijken). Het verlies wordt een onderdeel van je leven; het verweeft zich als het ware in en met je leven.
Verlies en rouw en de kans op een burn-out
Een burn-out is het een gevolg van langdurige stress. Als je lijf lang heeft te dealen met stress en zich niet meer kan herstellen van deze aanslag op het lijf, dan ligt een burn-out op de loer. Je hebt geen reserves meer; zowel je lijf als je koppie zijn volledig uitgeput. De meest voorkomende oorzaak van stress is werk. Maar niet elke burn-out is werkgerelateerd. Ook heftige privéomstandigheden kunnen de veroorzaker van een burn-out zijn. Verlies en rouw zijn hiervan een voorbeeld.
Aandacht voor rouw op de werkvloer
Na een overlijden kom je niet per definitie en zeker ook niet direct in een burn-out terecht. Vaak stapelt je verdriet, en dus stress, eerst onbewust op, voordat je er erg in hebt dat het niet zo goed met je gaat. We leven nog steeds in een maatschappij waarin we het fijn vinden om nuchter met lastige zaken om te gaan. We proberen niet te huilen en hebben vaak een instelling van ‘het hoort erbij, het gaat wel weer over en ga maar gewoon weer door met je leven’. Hierbij geef je jezelf niet, of in ieder geval niet voldoende ruimte en tijd om te rouwen. Dat vreet energie. En als je te veel energie verliest kan dat eindigen in een burn-out. Dit wil je uiteraard voorkomen. Eén vorm van verlies is meer dan voldoende.
Werken is een fijne afleiding maar vlucht er niet in weg
Voor sommige mensen is werk een fijne afleiding; het geeft ritme aan je dag. Maar voorkom dat je te snel aan het werk gaat. Of dat je te veel gaat werken. Vluchten voor verlies en rouw is niet de oplossing. Misschien op korte termijn, omdat je tijdelijk de pijn minder hevig voelt. Maar je loopt er in feite voor weg. En vroeg of laat moet het er toch uit. Als leidinggevende kun je hierin een belangrijke rol spelen. Geef je werknemer de ruimte om te rouwen. Creëer een ‘veilige’ werkplek waar ruimte is voor een luisterend oor. Als er plaats is voor verdriet in plaats van het te onderdrukken, levert dat voor alle partijen het fijnste werkklimaat. En dus uiteindelijk ook de beste resultaten. Geef dus ruimte voor verlies en rouw op de werkplek en werkvloer. Op die manier verklein je de kans op een burn-out, wat opnieuw als verlies voelt, maar dan van jezelf. Heb je zelf te dealen met verlies en rouw? Ga ermee aan de slag. Want juist door het aan te pakken kun je gaan loslaten.